Voordelen van het gebruiken van kenmerken tijdens je kinesiologie consult.
Naast het gebruik van het gezichten lezen tijdens de kennismaking zijn de kenmerken een vast onderdeel van mijn werkwijze.
- Hier volgt een korte uitleg over hoe je de kenmerken kunt toevoegen aan jouw werkwijze. Ik noem de spiertest lichaamsfeedback!
- Tijdens de cursus leer je wat het betekent als kenmerken extra aandacht nodig hebben.
- A Wanneer ze onder druk staan en B wanneer ze ontkend worden.
- Je begint op de gebruikelijk manier met je consult en doet je voortesten enzovoort.
- Dan stel je met de lichaamsfeedback vast welke twee kenmerken meespelen bij het onderwerp waar je aan werkt. Je stelt dan ook vast of ze alleen onder druk staan of dat ze ontkend worden.
Hier zijn twee voorbeelden hoe je deze informatie kunt gebruiken en welk inzicht het kan geven.
Voorbeeld 1:
Susan (6 jaar) komt bij mij omdat ze op school verlegen is en bijna niet praat. Ze zit in groep 3 en de juf en haar ouders maken zich bezorgd. Ze komt niet mee op school en vindt het ook niet fijn. Thuis is ze vrolijk en gaat ze haar eigen gang. Ze heeft vriendinnetjes en ze heeft een broertje van 1 ½ waar ze graag mee speelt.
Nadat ik Susan de lichaamsfeedback heb laten voelen, meten we eerst haar neg. spanning over school en die is hoog. Haar motivatie voor verandering is laag. Ze vindt het echt niet leuk en ze kan ook niet zeggen waarom niet. Nadat we alle voortesten hebben gedaan stel ik via de lichaamsfeedback vast dat haar hulpvaardigheid onder druk staat (lees: ik wil graag helpen) en dat ze haar verbale stijl ontkent (lees: ik hou mijn mond).
Susan is een meisje met een redelijk breed gezicht (lees zelfvertrouwen), volle lippen (lees: expressie en praten) en een holle neusbrug (lees: graag helpen). Ze heeft ook wat lage wenkbrauwen (lees: gemoedelijk & dichtbij komen) en oogjes wat ver uit elkaar (lees: verdraagzaam).
Als ik haar vraag of ze graag helpt in de klas begint ze te huilen. Ze zegt het wel tegen de juf, maar het is te druk en de juf heeft dan geen tijd om naar haar te luisteren. Ze moet dan altijd even wachten tot de Juf weer tijd heeft. Hierdoor weten we nu dat Susan de juf graag wil helpen en dat ze dit graag aan haar wil vertellen.
Hierna gaan we verder met het consult en zorgen we dat Susan haar neg. spanning over school vermindert en haar motivatie voor verandering omhoog gaat.
Susan haar ouders bespreken op school wat er naar voren is gekomen. Juf staat hier open voor en geeft Susan regelmatig een taak om te helpen. Susan begrijpt ook dat dit niet altijd kan, het is een grote groep en er zijn veel kindjes die aandacht nodig hebben. Maar ze is nu ook op school een vrolijk meisje wat weer mee kan doen en goede resultaten behaalt.
Voorbeeld 2
Rob (12 jaar) komt bij mij omdat het niet goed met hem gaat. School gaat wel, maar hij is neerslachtig en komt tot niets. Hij heeft geen vrienden en geen hobby’s. Sluit zich het liefste op en doet computerspelletjes. Zijn ouders zijn drie jaar geleden gescheiden en hij woont nu op twee adressen. Helft van de week bij vader met zijn vriendin en de andere helft bij moeder. Rob is enigst kind en bij zijn vader, en de nieuwe relatie/vrouw, is nu een halfzusje op komst. Hij komt bij mij met zijn moeder, Rob heeft aangegeven wel hulp te willen maar weet niet hoe en ook niet welke hulp.
We maken kennis en Rob vindt het goed dat ik hem laat voelen hoe ik contact met zijn binnenste kan maken. Het is allemaal wat schouderophalend en ach het is wel goed al is het raar. Rob heeft een hoge negatieve lading over de scheiding en zijn motivatie voor verandering is laag. Het emotioneel kompas geeft aan dat Rob zich verdoofd voelt, gefrustreerd en bezwaard. Hij wil graag creatief zijn, aantrekkelijk en aanvaardbaar. Dit herkent hij en hij is er enigszins verbaasd over dat zijn lichaam zo accuraat weergeeft wat hij van binnen voelt. (zie het emotioneel kompas)
De twee kenmerken die naar voren komen via de lichaamsfeedback zijn: A: zijn voorhoofd wat nog behoorlijk bol is. Dit betekent dat Rob tijd nodig heeft om nieuwe informatie op te nemen en te verwerken. B: zijn dunne huid, wat betekent dat hij het gevoel heeft geen bescherming te hebben. Alles komt binnen zodat hij zich dan maar opsluit. Twee kenmerken die naar binnen gericht zijn en elkaar versterken!
Naar aanleiding van zijn twee kenmerken en de woorden van het kompas komen we in gesprek over zijn computerspelletjes en hoe hij zich daar in uit kan leven. Ik vraag hem of hij iets met andere creatieve dingen kan (lees: bol voorhoofd) en hij geeft aan ook van tekenen en muziek te houden. Eventueel kan hij dit verbinden met zijn grote voorliefde voor de computer. Hier gaat hij eens over nadenken. Ja, daar heeft hij veel tijd voor nodig. De gevoeligheid en dat er veel binnen komt herkent moeder ook wel. Rob haalt zijn schouders op. Duidelijk is in ieder geval wel dat Rob een goede eigen plek in beide huizen nodig heeft. Bij moeder is dat er al geruime tijd en bij vader gaat dat komen. Misschien kan hij dan sparen voor zijn eigen laptop zegt Rob.
We gaan verder met het consult en na een leeftijdsrecessie en een aantal oefeningen is de negatieve lading verminderd en de motivatie voor verandering 100%. Rob komt nog een paar keer terug in de praktijk, zijn neerslachtigheid is zo goed als verdwenen. Hij heeft wel wat contacten op school maar trekt zich graag terug om zijn eigen ding te doen. Gezien Rob zijn nadenkende en gevoelige aard is dat denk ik fijn voor hem. Hij zorgt goed voor zijn (half) zusje die ondertussen geboren is want hij vindt haar toch wel erg lief. Zijn ouders zijn blij met dit resultaat en de handvatten die ze nu hebben om hun zoon te begeleiden. Ze begrijpen hem beter en vooral vader accepteert dat zijn zoon niet van voetballen houdt. Rob is ook zover dat ze gaan kijken welk muziekinstrument het beste bij hem past. Hij gaat zijn middelbare schoolperiode een stuk opgeruimder tegemoet dan toen hij voor het eerst bij me kwam. Zijn eigen plek om zich terug te trekken is er, hij heeft er zelfs twee zegt hij lachend.